Defence for Children Nederland is een juridische kinderrechtenorganisatie die opkomt voor de rechten van alle kinderen, zowel in Nederland als internationaal. De vereniging is opgericht in 1984 en is op 30 augustus 1989 verdergegaan als stichting, onder de statutaire naam ‘Stichting Defence for Children International Nederland – ECPAT Nederland’.

Werkwijze

Defence for Children Nederland is de enige juridische kinderrechtenorganisatie in Nederland. Uniek is de combinatie van het bieden van individuele rechtshulp, juridisch adviseren op het gebied van wetgeving en beleid, pleitbezorging en strategisch procederen.  

Defence for Children Nederland baseert haar werk zowel op het internationaal recht (het VN-Kinderrechtenverdrag en aanverwante documenten) als het Europees en het Nederlands recht. We dragen bij aan de nadere ontwikkeling van kinderrechtenstandaarden, regelgeving en interpretatie op het gebied van kinderrechten, nationaal (in Nederland en met onze partners in andere landen) en internationaal, onder meer bij het VN-Kinderrechtencomité. 

Er zijn te veel situaties in Nederland waarin kinderen onrecht wordt aangedaan. Defence for Children Nederland is dan vaak het laatste toevluchtsoord voor deze kinderen. Wij zetten voor individuele kinderen onze Kinderrechtenhelpdesk in om met onze juridische kennis hun rechten te beschermen. Wij pakken niet alleen individuele situaties aan, maar ook de situatie van groepen kinderen die onrecht wordt aangedaan. Zo brengen we misstanden onder de aandacht met het doel om wet- en regelgeving te veranderen.

Geen enkele partij kan alleen de kinderrechten realiseren. Defence for Children Nederland ziet samenwerking als dé sleutel tot succes. Door belangen te verenigen en krachten te bundelen met een breed scala aan partners, en haar specifieke waarde als juridische kinderrechtenorganisatie toe te voegen.

Organisatie

In 2024 werkten we met een organisatiebrede Theory of Change aan onze langetermijnprogrammadoelstellingen. Eind 2023 is de organisatie vanwege tegenvallende financiële resultaten, mede door de hoge cao-loonsstijgingen, noodgedwongen gestopt met de thematische programma’s Strafrecht en Inclusief onderwijs.

In 2024 werkten we in drie thematische programma’s aan het bereiken van de langetermijndoelstellingen:

• Programma Familie: ieder kind groeit op in een veilig en passende gezinsomgeving.
• Programma Migratie: het belang van het kind staat centraal in vreemdelingenwetgeving, -beleid en -praktijk.
• Programma Seksuele uitbuiting: alle kinderen worden beschermd tegen seksuele uitbuiting.

De programmateams bestaan uit medewerkers van de twee afdelingen in de organisatie: de afdeling Programma’s en Projecten en de afdeling Communicatie, Public Affairs, Fondsenwerving en Kinderrechtenhelpdesk. Het MT bestaat daarmee uit de bestuurder en de twee managers van deze afdelingen.

In 2024 is een nieuw meerjarenbeleidsplan opgesteld voor de jaren 2025-2027. In hoofdstuk 4 gaan wij dieper in op de resultaten en de impact die we in 2024 binnen de drie thematische programma’s bereikten. In hoofdstuk 5 gaan we specifiek in op de bijdrage van communicatie aan onze doelstellingen.

In 2024 behandelden we 953 zaken op de Kinderrechtenhelpdesk. In deze zaken kijken we met het Kinderrechtenverdrag in de hand hoe we kinderen kunnen helpen. Het gevaar van cijfers is dat we uit het oog verliezen dat het hier gaat om 953 individuele zaken, vaak schrijnende situaties, waarin de rechten van kinderen (mogelijk) geschonden worden. Achter elke zaak zitten één of meerdere kinderen die wachten, worstelen of vechten voor een veilige plek om op te groeien. Daarom is ons werk zo belangrijk. Zolang er kinderen zijn die lijden onder onrecht, blijven wij ons inzetten voor de rechten van kinderen die ons het hardst nodig hebben.

De kinderrechtenhelpdesk behandelde in 2024

953 zaken

Dit is een toename ten opzichte van 2023 (915 zaken).

We zien een kleine toename van het aantal ouders, kennissen en familieleden van kinderen (534 in 2024 en 489 in 2023) die contact opnemen. Hiertegenover staat een afname van het percentage advocaten (66 in 2024 en 87 in 2023) dat contact opneemt met onze helpdesk.

We zien een toename in het aantal familie-gerelateerde zaken in 2024 ten opzichte van 2023, namelijk van 443 naar 516. Het aantal migratie-gerelateerde zaken nam in 2024 af ten opzichte van 2023, namelijk van 470 naar 432. We behandelden 5 zaken gerelateerd aan seksuele uitbuiting.

De toename van het aantal familie-gerelateerde zaken zien we vooral in de categorieën Jeugdhulp (van 120 in 2023 naar 142 in 2024) en Armoede en Onderdak (van 68 in 2023 naar 92 in 2024). We zien een afname van het aantal zaken in Onderwijs (van 64 in 2023 naar 43 in 2024).

Ieder kind moet kunnen opgroeien in een veilige en passende gezinsomgeving. Helaas is dit voor veel kinderen niet vanzelfsprekend.

Hoe werkten wij in 2024 aan het versterken van de kinderrechtenvisie in de herziening van de jeugdzorg en de uitvoering van de Hervormingsagenda Jeugd?

Kinderrechten als fundament voor hervorming jeugdzorg

Binnen het programma Familie pleitten wij ervoor dat kinderrechten de basis moeten vormen van de uitvoering van de Hervormingsagenda Jeugd (2023 – 2028) en de herzieningen in de jeugdzorg. In maart 2024 deelden wij op verzoek een (geschreven) reactie op de Hervormingsagenda Jeugd 2023 – 2028 met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Daarna namen we deel aan een aantal overleggen met VWS binnen het kader van het Kinderrechtencollectief. Ook gaven we advies aan het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) over de conceptrichtlijn Pleegzorg en de conceptrichtlijn Uithuisplaatsing en terugplaatsing.

In het Kinderrechten in Beweging-initiatief van het Kinderrechtencollectief leidden wij de analyse over het thema Jeugdhulp en jeugdbescherming. Met Kinderrechten in Beweging laat het Kinderrechtencollectief jaarlijks zien hoe ver de overheid is met het opvolgen van de adviezen van het VN-Kinderrechtencomité. De lancering van de Kinderrechten in Beweging editie 2024 vond plaats op 22 oktober 2024.

Gemeenten cruciaal voor de uitvoering van het VN-Kinderrechtenverdrag

In maart 2022 publiceerde het VN-Kinderrechtencomité haar aanbevelingen aan Nederland, op basis van de meest recente rapportage over de naleving van het VN-Kinderrechtenverdrag. De uitvoering van deze aanbevelingen ligt niet alleen bij de Rijksoverheid, maar vraagt ook om inzet van decentrale overheden. Gemeenten hebben namelijk een directe invloed op het dagelijks leven van kinderen, maar zijn vaak nog onvoldoende betrokken bij of bekend met de processen rondom het VN-Kinderrechtencomité. Om gemeenten hierin te ondersteunen, ontwikkelde het Kinderrechtencollectief samen met Defence for Children Nederland, in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), een toegankelijke publicatie. Deze laat zien hoe gemeenten concreet aan de slag kunnen met de aanbevelingen van het Comité, met extra aandacht voor de thema’s armoede onder kinderen, jeugdzorg en seksuele uitbuiting.

De publicatie werd gelanceerd tijdens een speciaal congres, georganiseerd in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Eén boodschap stond daarbij centraal: kinderen zijn geen objecten van zorg, maar rechtssubjecten. Zij hebben recht op bescherming, participatie en ontwikkeling. Daarom moet de Hervormingsagenda Jeugd altijd vanuit een kinderrechtenperspectief worden benaderd. Juridisch adviseur Ayça Tokat-Özdemir verwoordde het als volgt: “Kijk naar de hervorming van jeugdzorg echt door de kinderrechtenbril. Die bril helpt beleidsmakers en uitvoerders om te beoordelen of hun keuzes het leven van kinderen verbeteren of juist belemmeren. De centrale vraag moet steeds zijn: hoe beschermen en versterken we de rechten en het welzijn van álle kinderen?”

Gelijke toegang tot jeugdzorg is bovendien een fundamenteel recht. Te veel kinderen, met name de meest kwetsbaren, vinden nog niet altijd of te laat de juiste hulp. Een brede maatschappelijke dialoog is nodig om deze ongelijkheid te doorbreken en jeugdzorg voor ieder kind toegankelijk te maken. Kinderen hebben recht op een veilige en liefdevolle omgeving, waarin hún belang vooropstaat en zij worden erkend als zelfstandige dragers van rechten. Daarbij spelen gemeenten een sleutelrol. Bij het maken en uitvoeren van lokaal beleid moeten de rechten, belangen en stemmen van kinderen structureel worden meegenomen.

Hoe werkten we in 2024 aan de monitoring van de situatie van minderjarigen in jeugdinstellingen en de transitie naar kleinschalige woonvoorzieningen?

Kinderrechten in jeugdinstellingen centraal

In 2024 zette Defence for Children Nederland zich actief in om de leefsituatie van kinderen in jeugdinstellingen te verbeteren. We pleitten voor een stevige verankering van kinderrechten in de hervorming van de jeugdzorg, met bijzondere aandacht voor de stem van het kind. Als onderdeel van het Kinderrechten in Beweging-initiatief van het Kinderrechtencollectief, leidden wij de thematische analyse over jeugdhulp en jeugdbescherming. De lancering van de Kinderrechten in Beweging editie 2024 vond plaats op 22 oktober 2024.

Daarnaast ondersteunden we het project ‘Kinderrechten in de jeugdzorg’ van de Nationale Jeugdraad NJR). In dit project sprak NJR met jongeren in gesloten jeugdzorginstellingen en justitiële jeugdinrichtingen over hun leefwereld, behandeling en behoeften. Via presentatie- en debattrainingen leren jongeren hoe zij hun stem kunnen laten horen en op een constructieve manier mee kunnen praten over hun situatie. Tijdens gezamenlijke debatten brengen jongeren hun inzichten en ideeën naar voren bij docenten, groepsbegeleiders en de directie van de instelling. De jongeren gaven daarbij structureel aan dat hun stem niet voldoende wordt meegenomen in beleid. In reactie daarop is een bezoek georganiseerd van professionals van de leefwereldtoets aan een gesloten instelling om jongeren direct te horen. Daarnaast kregen jongeren uit de gesloten jeugdzorg een actieve rol in de deskundigheidscommissie, waar zij meedenken over de haalbaarheid van de Hervormingsagenda Jeugd.

Wat deed Defence for Children Nederland in 2024 voor de rechten van langdurig verblijvende kinderen?

Gewortelde kinderen

Sinds de afschaffing van het Kinderpardon bestaat er geen regeling meer waar kinderen zich op kunnen beroepen wanneer zij – na vijf jaar of langer verblijf in Nederland – geworteld zijn geraakt. Dit treft honderden kinderen. Het aantal kinderen dat langdurig in Nederland woont zonder verblijfsvergunning groeit, ook omdat verblijfsprocedures niet korter maar juist langer duren. Deze kinderen leven jarenlang in onzekerheid en angst voor uitzetting, ondanks hun diepe wortels in de Nederlandse samenleving. Defence for Children Nederland blijft zich inzetten voor hun rechten en brengt dit urgente probleem onder de aandacht van politiek en publiek. In 2024 trokken twee zaken veel aandacht: die van Mikael en die van de familie Babayants.

Meer weten over gewortelde kinderen?

Bekijk deze video

Hoe verbeterde Defence for Children Nederland in 2024 vreemdelingenrechtelijke procedures zodat het belang van het kind centraal staat?

EU-Turkije deal zaak

In 2024 werkte Defence for Children Nederland samen met Amnesty International en Stichting Bootvluchteling aan een rechtszaak tegen de Nederlandse Staat over de EU-Turkije deal. Centraal staat de vraag of Nederland, door deze deal te steunen, medeverantwoordelijk is voor mensenrechtenschendingen van asielzoekers – waaronder kinderen – die naar Turkije worden teruggestuurd en als gevolg hiervan vastzitten op de Griekse eilanden, met onvoldoende opvangcapaciteit en tekorten aan voedsel, onderdak en sanitaire- en medische voorzieningen.

Wij brachten kinderrechtelijke argumenten in voor de dagvaarding. De zitting staat gepland voor 2025. De voorbereidingen zijn in volle gang.

Lees hier meer

Zaak over ‘verwesterde’ vrouwen en meisjes en het belang van het kind in de asielprocedure

Op 11 juni 2024 deed het Hof van Justitie van de Europese Unie een baanbrekende uitspraak in de zaak van twee Irakese zusjes die sinds 2015 in Nederland wonen. Het Hof oordeelde dat vrouwen en meisjes die zich identificeren met gelijkheid tussen mannen en vrouwen beschermd moeten worden én dat het belang van het kind een centrale rol moet spelen in de hele asielprocedure. Deze uitspraak heeft aanzienlijke gevolgen voor het Nederlandse asielbeleid en versterkt de positie van kinderen in asielprocedures. Defence for Children Nederland leverde in deze zaak een kinderrechtenrapportage en was nauw betrokken bij de voorbereiding van de zitting bij het Hof.

Lees hier meer

Strategische samenwerkingen

Defence for Children Nederland werkt actief samen in strategische netwerken zoals het Kinderrechtencollectief. Binnen het Kinderrechtencollectief dragen wij actief bij aan het initiatief ‘Kinderrechten in Beweging’. Wij leveren juridische en inhoudelijke bijdragen voor de verbetering van de asielketen. We delen onze expertise met andere professionals, zodat we gezamenlijk bouwen aan een systeem waarin het recht van kinderen om gehoord en beschermd te worden niet alleen op papier, maar ook in de praktijk wordt gerealiseerd.

Voor Kinderrechten in Beweging leidden we de analyse op de thema migratie. Op 22 oktober lanceerde Kinderrechtencollectief de Kinderrechten in Beweging editie 2024 met een actie voor de Tweede Kamer. Verschillende belanghebbenden, waaronder vijf politici, woonden dit evenement bij. Het thema migratie, met speciale aandacht voor kinderen in  noodopvanglocaties, stond centraal. Tijdens de bijeenkomst vroegen we aandacht voor de schrijnende omstandigheden waarin deze kinderen leven, waarbij hun rechten vaak worden bedreigd of geschonden.

Een ander belangrijk samenwerkingsverband is de Werkgroep Kind in AZC, waarin we specifiek de situatie van kinderen in asielzoekerscentra aanpakken.

Meer weten over onze samenwerkingsverbanden?

Lees hier meer

Actieplan tegen Mensenhandel

In 2024 speelden we een zeer grote rol in het meerjarige landelijke ‘Actieplan tegen Mensenhandel’. Dit actieplan van het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft als hoofddoel het aantal slachtoffers van mensenhandel in Nederland te verminderen door de samenwerking in de aanpak te verbeteren en verder te professionaliseren. Binnen dit programma dragen wij de specifieke verantwoordelijkheid voor het versterken van de positie van minderjarige slachtoffers van mensenhandel. De belangrijkste doelen en acties binnen deze actielijn zijn:

• Het in kaart brengen van behoeften en ervaringen: We onderzoeken wat minderjarige slachtoffers nodig hebben en welke ervaringen zij hebben, om zo de bescherming en ondersteuning beter af te stemmen op hun specifieke situatie.
• Het versterken van beleid en praktische verbeteringen: We zorgen dat zowel nationaal als lokaal beleid effectief is en dat minderjarige slachtoffers de juiste ondersteuning ontvangen.
• Het trainen van professionals: We trainen professionals in diverse sectoren, zoals gemeenten, zorg en onderwijs, om signalen van mensenhandel bij minderjarigen beter te herkennen en effectief te handelen. Dit wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met het Rode Kruis en Fier!

In 2025 zullen we deze actielijn nog verder uitbouwen.

Seksueel misbruik van kinderen in toerisme

In 2024 zetten we ons verder in voor de bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen in reizen en toerisme. We ondersteunen The Code (Code of Conduct for the Protection of Children from Sexual Exploitation in Travel and Tourism) en beheren het internationale meldpunt Don’t Look Away, waar men verdachte omstandigheden rondom seksueel kindermisbruik meldt. Er zijn 66 meldingen gedaan. Deze speelden we door naar lokale autoriteiten.

Als de Nederlandse vertegenwoordiger van The Code maken wij het mogelijk voor Nederlandse reisorganisaties om zich aan te sluiten en helpen we hen bij het voldoen aan de criteria om het keurmerk te mogen voeren. The Code bestrijdt seksueel misbruik van kinderen in toerisme door een goed geïnformeerde toerismeketen te creëren en medewerkers op te leiden om misbruik te herkennen en te voorkomen. In Nederland implementeerden al 19 reisorganisaties The Code.

Vermoedens van uitbuiting van kinderen op de vlucht in opvanglocaties

In 2024 verkregen we meer inzicht in de aard en omvang van vermissingen en vermoedens van uitbuiting van minderjarige vluchtelingen in en rond opvanglocaties. De rechten uit het VN-Kinderrechtenverdrag gelden voor alle kinderen die in Nederland verblijven. Dus ook voor kinderen die door hun – al dan niet vrijwillige – migratie met het migratierecht te maken hebben, evenals kinderen die in de illegaliteit leven. Ze mogen niet op grond van hun afkomst of het feit dat ze geen verblijfsvergunning hebben, gediscrimineerd worden.

Kinderen hebben recht op continuïteit en stabiliteit, een dak boven hun hoofd, voldoende eten en drinken en toegang tot gezondheidszorg. Ze moeten onderwijs kunnen volgen, buitenschoolse activiteiten kunnen ondernemen en vrij kunnen spelen. In 2024 vroegen 5.804 alleenstaande minderjarige vreemdelingen asiel aan in Nederland. Dit is een stijging van 38% ten opzichte van 2023. Het is de verwachting dat in 2024 meer dan 4% van deze alleenstaande minderjarigen verdwijnt uit de asielopvang. Voor 2024 zou dit dus gaan om waarschijnlijk meer dan 230 minderjarigen.

Nadruk op behoeften van het kind in strafrechtelijke procedures 

In 2020 en 2021 namen wij, samen met organisaties uit andere Europese landen, deel aan het EU-project FOCUS on my Needs: Working together for Children in criminal proceedings. Het project bevorderde degelijke en multidisciplinaire individuele beoordelingen. Het doel: minderjarigen die als slachtoffer of verdachte met justitie in aanraking komen, zorg op maat bieden en toegang geven tot passende hulp en behandeling. Een robuuste, multidisciplinaire individuele beoordeling is essentieel voorkindgerichte procedures.

In 2024 kreeg dit project een vervolg. Daaruit bleek een groot verschil tussen de beoordeling van minderjarige verdachten en minderjarige slachtoffers. Bij verdachten vindt vaker een individuele beoordeling plaats. Bij slachtoffers ontbreekt die helaas vaak.

Een van de verklaringen hiervoor is dat de nadruk nu vooral ligt bij het voorkomen van herhaling. Vanuit kinderrechtenperspectief bevelen we aan de nadruk te verschuiven naar wat een kind nodig heeft zodra het in aanraking komt met het strafrecht. Dit vereist een meer uitgebreide needs assessment, waarbij de beoordeling van de behoeften van de minderjarige regelmatig wordt geactualiseerd gedurende het strafproces.

Belangrijke successen

In 2024 voerden een aantal landen in West-Afrika belangrijke wetgevingswijzigingen door die een enorme impact hebben op de rechten van meisjes en vrouwen. Sierra Leone verbood kindhuwelijken, Liberia’s traditionele leiders voerden een decreet in tegen meisjesbesnijdenis en Ghana keurde de Wet op Gendergelijkheid goed. Mijlpalen voor vrouwelijk leiderschap. Deze successen zijn het resultaat van jarenlange inspanningen van onze partners en de meisjes zelf, middels pleitbezorging en campagnes en bijna vijftien jaar financiële ondersteuning door het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken in het kader van ontwikkelingssamenwerking.

In Sierra Leone werden meisjes actief betrokken bij lokale besluitvorming. Daarnaast traden zes vrouwen toe tot lokale rechtbanken. Jongerenorganisatie ECOWAS Youth Council Sierra Leone werd erkend als officiële belangenbehartiger op regionaal niveau. In Libanon namen meisjes, temidden van het aanhoudende geweld, het voortouw in noodopvanglocaties. Ze boden steun, gaven voorlichting over gender gerelateerd geweld en maakten krachtige video’s die internationaal werden ingezet om bewustwording te creëren.

Digitale veiligheid

She Leads partner ECPAT International bracht meisjes uit West- en Oost-Afrika samen om hun stem te laten horen over online seksuele uitbuiting. Zij ontwikkelden aanbevelingen om de digitale veiligheid van meisjes te verbeteren, welke zij presenteerden  aan overheden, techbedrijven en VN-vertegenwoordigers tijdens de ‘We Protect Global Summit’ in Abu Dhabi. Hun krachtige oproep was gericht op meer jeugdparticipatie, strengere wetgeving en de creatie van veilige digitale ruimtes voor meisjes.

Tussen kracht en crisis

Hoewel 2024 successen bracht, waren er ook grote uitdagingen. Het aanhoudende geweld in de Palestijnse gebieden en Libanon, de economische crisis en wereldwijde weerstand tegen gendergelijkheid drukten zwaar op de meisjes en onze partners. Toch toonden meisjes en jonge vrouwen enorme veerkracht. Ze pasten zich aan, ontwikkelden initiatieven en bleven opkomen voor zichzelf en hun gemeenschappen. In 2025 sluiten we dit programma af, met focus op blijvende verandering. She Leads bewijst dat wanneer meisjes ruimte krijgen, zij de kracht hebben om beleid te veranderen en een rechtvaardiger toekomst op te bouwen.

Langetermijnaanpak loont

Het jaar 2024 liet zien dat een samenhangende, langetermijnaanpak effectief is. In landen als Colombia, Bolivia, Dominicaanse Republiek, Brazilië, Filippijnen en Indonesië werkten we aan het versterken van de weerbaarheid van kinderen, het trainen van gemeenschapsleiders en het verbeteren van beleid en praktijk bij overheden en bedrijven uit bijvoorbeeld de toerisme en financiële sector. Bovendien werkten we met onze partners in Azië aan het verbeteren van de online veiligheid van kinderen door in gesprek te gaan met techbedrijven. In Latijns-Amerika deden we onderzoek naar seksuele uitbuiting van kinderen in relatie tot migratie, met betrokkenheid van zowel professionals als overlevenden. Dit biedt waardevolle inzichten voor effectieve beleidsbeïnvloeding in een complexe regio.

Duurzame strategieën voor de toekomst

Het werk binnen Down to Zero vraagt om stabiliteit en een lange adem. Verandering in gedrag, wetgeving en systemen ontstaat niet van de ene op de andere dag – en is bovendien kwetsbaar voor politieke of economische terugslag. Juist daarom is een stabiele samenwerking met lokale partners, langdurige financiering, en voortdurende politieke aandacht essentieel. In 2024 is extra geïnvesteerd in versterking van netwerken, gezamenlijke strategieontwikkeling, en kennisdeling om ook ná afloop van het project in 2026 de impact te borgen.

In het licht van de afronding van de huidige projectperiode is de alliantie gestart met het vormgeven van duurzame strategieën voor de toekomst. Daarbij hoort het beschikbaar houden en aanpassen van communicatiematerialen, het inbedden van lobbydoelen in bestaande internationale platforms, en het actief laten horen van één gezamenlijke stem. Defence for Children – ECPAT Nederland blijft zich inzetten om deze resultaten – en vooral: de kinderen die we hiermee willen beschermen – centraal te houden in het Nederlandse en internationale beleid.

Verwestering als grond voor bescherming

Het Hof introduceerde een nieuwe definitie voor het begrip verwestering in de asielcontext: De vereenzelviging met de fundamentele waarde van gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Hiermee erkent het Hof dat vrouwen en meisjes die zich identificeren met deze waarde, bescherming verdienen, ongeacht of deze overtuiging tijdens hun verblijf in Nederland is ontstaan. Dit betekent dat zij, afhankelijk van de situatie in hun land van herkomst, kunnen worden beschouwd als een specifieke sociale groep volgens artikel 10(1)(d) van de EU-Definitierichtlijn, wat kan leiden tot de toekenning van de vluchtelingenstatus. Het Nederlandse asielbeleid moet hierdoor ingrijpend worden aangepast.

Belang van het kind centraal

Het Hof onderstreepte ook het belang van het kind in asielprocedures. Op basis van artikel 24 lid 2 van het EU-Handvest moet dit belang niet alleen meewegen bij de inhoudelijke beoordeling van een aanvraag, maar ook het hele proces beïnvloeden via concrete procedurele waarborgen. De staatssecretaris moet per individu vaststellen wat het belang van het kind is vóórdat een beslissing valt over het asielverzoek. Daarbij horen factoren als gezinshereniging, welzijn, sociale ontwikkeling en de mening van het kind, afhankelijk van leeftijd en volwassenheid.

Bijdrage Defence for Children Nederland

Defence for Children Nederland speelde een actieve rol in deze zaak, We stelden een kinderrechtenrapportage op en ondersteunden de advocaat in de voorbereidingen voor het Hof van Justitie. Deze uitspraak markeert een belangrijke stap richting kindgerichte procedures in het migratierecht en een betere bescherming van kinderrechten binnen de Europese Unie.

Wij komen in actie wanneer kinderrechten geschonden worden. We geven voorlichting, adviseren de overheid en houden scherp in de gaten waar het beter moet. Elke vijf jaar rapporteren we namens de kinderrechtenorganisaties aan het VN-Kinderrechtencomité in Genève, als aanvulling op het overheidsrapport. Zo zorgen we ervoor dat kinderrechten in Nederland blijvend op de agenda staan. 

Defence for Children Nederland speelt een actieve rol binnen de Werkgroep Kind in azc. 

Structureel overleg

Wij namen deel aan structureel overleg binnen de werkgroep, dat onder andere eens per twee maanden plaatsvindt aan tafel met het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers). Deze gesprekken bieden een belangrijke gelegenheid om knelpunten te signaleren en direct te bespreken met de uitvoerders van het opvangbeleid.

Politieke lobby voor betere opvang

Ook op het politieke speelveld was de werkgroep actief. Voorafgaand aan het Commissiedebat van 7 maart over asielopvang en in aanloop naar het begrotingsdebat stuurden we brieven aan de Tweede Kamer. Daarin vroegen we aandacht voor de rechten en het welzijn van kinderen in de opvang. Ook wezen we beleidsmakers op concrete verbeterpunten.

Bewustwording en kennisdeling op congres

Daarnaast verzorgde de werkgroep, met Defence for Children Nederland in een dragende rol, een deelsessie over kindvriendelijke en veilige opvang tijdens het congres Van Migratie tot Participatie in Utrecht. De sessie richtte zich op bewustwording en kennisdeling met professionals, beleidsmakers en andere betrokkenen. Centraal stond het belang van opvang die kinderen niet alleen veiligheid biedt, maar ook rust en ruimte voor ontwikkeling.

Bewustwording over schadelijke zorgpraktijken

In lijn met haar missie werkte het Better Care Network Nederland (BCNN) in 2024 verder aan bewustwording over de negatieve effecten van het opgroeien in kindertehuizen. Ook waarschuwde het netwerk voor de risico’s van stages en vrijwilligerswerk in deze instellingen. Signalen van onderwijsinstellingen, donateurs en reisfora laten zien dat het maatschappelijk bewustzijn hierover groeit. BCNN ontwikkelde praktische tools en handreikingen voor fondsen en gaf presentaties op onder andere de Buitenlandbeurs, hogescholen, gemeenten en fondsenwervingsplatforms.

Begeleiding naar familiegerichte zorg

BCNN begeleidde vijf particuliere initiatieven in India, Indonesië, Ghana en Congo. Deze organisaties ontvingen intensieve coaching bij de overstap van residentiële zorg naar meer familiegerichte zorg. Het doel: kinderen veilig terug te herenigen met hun familie. Ook de Christelijke Hogeschool Ede sloot zich aan bij de internationale Pledge tegen stages in weeshuizen.

4. Breed Mensenrechten Overleg (BMO)

Het Breed Mensenrechten Overleg (BMO) is een samenwerkingsverband van 22 Nederlandse mensenrechten- en ontwikkelingsorganisaties, opgericht in 1979. Het BMO zet zich in om mensenrechten centraal te stellen in het Nederlandse buitenlandbeleid en voert regelmatig overleg met onder andere het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Tweede Kamer.

Wij zijn eeen actieve deelnemer binnen het BMO. Wij brengen onze expertise in op het gebied van kinderrechten – zowel nationaal als internationaal. Dit stelt ons in staat om effectief bij te dragen aan gesprekken en beleidsadviezen die kinderen wereldwijd ten goede komen.

Bijdrage aan het regeerakkoord

In maart 2024 droegen wij bij aan een gezamenlijke brief van het BMO aan informateur Kim Putters. In deze brief staan aanbevelingen voor het regeerakkoord omtrent mensenrechten in het buitenlandbeleid. De brief legde nadruk op het belang van kinderrechten en riep op tot investeringen vanuit een kinderrechtenperspectief, met het oog op de jonge, groeiende wereldbevolking en de kwetsbare positie van kinderen.

Carrie van der Kroon, onze manager communicatie, public affairs & kinderrechtenhelpdesk, stelde dat investeren in kinderen essentieel is voor de stabiliteit, veiligheid en welvaart van samenlevingen.

Met deze gezamenlijke inzet binnen het BMO dragen wij bij aan het bevorderen van een buitenlandbeleid waarin kinderrechten een prominente plaats innemen.

Website

Websitebereik groeit, met meer bezoekers via mobiel en social media

In 2024 bezochten 84.504 unieke bezoekers onze website, goed voor in totaal 211.765 paginaweergaven. Het grootste deel van deze bezoekers kwam via mobiele apparaten, een duidelijke verschuiving ten opzichte van 2023. Ook het verkeer vanuit sociale media groeide, met name via Facebook en Instagram. LinkedIn blijft het belangrijkste socialmediaplatform.

De meest bezochte pagina’s – naast de homepage – waren ‘Veelgestelde vragen – dakloosheid’, de vacaturepagina en nieuws over de dreigende uitzetting van Ariana Babayants. Bij de dossiers werd ‘inclusief onderwijs’ het meest bezocht, gevolgd door migratie gerelateerde dossiers zoals ‘gewortelde kinderen’, ‘Europese vluchtelingenopvang’ en ‘ongedocumenteerde kinderen’.

Paginaweergaven in 2024

211765

Social media

Groei in online bereik en betrokkenheid

Op social media bleef onze zichtbaarheid in 2024 toenemen. LinkedIn groeide uit tot ons grootste kanaal met 9.041 volgers en 401.372 weergaven. Ook op Instagram zagen we groei: we sloten het jaar af met 1.397 volgers en 47.200 weergaven. Facebook bereikte eind 2024 in totaal 6.530 volgers en 33.000 weergaven. Het aantal abonnees op onze digitale nieuwsbrief steeg naar 2.662. Daarnaast brachten we in onze podcast Recht van Spreken twee nieuwe afleveringen uit: één over seksuele uitbuiting van kinderen in hotels en vakantieparken, en één over het nauwelijks dalende aantal uithuisplaatsingen. Onze podcasts werden in totaal 1.663 keer gedownload en bereikte 773 unieke luisteraars. Op Spotify groeide het aantal volgers naar 362.

Pers en media

Zichtbaarheid rond actuele en urgente kinderrechtenthema’s

Via de media brengen we het werk van Defence for Children Nederland onder de aandacht bij uiteenlopende doelgroepen. We agenderen belangrijke thema’s zoals migratie, armoede, jeugdhulp en uitbuiting en positioneren ons als juridische kinderrechtenorganisatie met unieke expertise.

In 2024 waren we onder andere in de media met onderwerpen als migratie (gewortelde kinderen en noodopvang), de ‘Recht op water’-zaak, interlandelijke adoptie, het jeugdstrafrecht en uithuisplaatsingen.

De meest in het oog springende zaken waren:

• De zaak van familie Babayants
• De zaak van Mikael

Ons mediabereik in 2024:

20814934

Public Affairs

Waar kinderrechten en politiek elkaar raken

De inhoudelijke public affairs-doelstellingen zijn te vinden in het hoofdstuk ‘Impact’. Hieronder volgt een overzicht van wat we qua lobby naar buiten brachten en hoe we het publiek betrokken bij de politieke lobby.

• We verstuurden 16 lobbybrieven, waarvan het merendeel ook gepubliceerd werd op onze website en gedeeld via LinkedIn.

• Onze adviseur public affairs schreef 26 artikelen die via de website werden gedeeld.

• We verschenen twee keer op de radio bij De Nieuws BV, samen met politici Don Ceder en Kati Piri, om aandacht te vragen voor het thema gewortelde kinderen. Daarnaast werd ons rapport over kinderarmoede aangehaald in een andere uitzending met Don Ceder.

• We faciliteerden een werkbezoek van kandidaat-Europarlementariër en oud-wethouder Ufuk Kâhya (GroenLinks-PvdA), waarin kinderrechten nadrukkelijk naar voren kwamen als speerpunt binnen zijn EU-campagne.

Public Affairs binnen het Kinderrechtencollectief

Gemeenten en VN-aanbevelingen

In samenwerking met de VNG organiseerden we een bijeenkomst voor 83 bestuurders, raadsleden en beleidsmakers, waarin we kinderrechten op lokaal niveau onder de aandacht brachten. Tijdens de bijeenkomst presenteerden we de publicatie ‘Aanbevelingen van het VN-Kinderrechtencomité en de betekenis voor gemeenten’, waarin we VN-adviezen praktisch vertaalden naar lokaal beleid. Gemeenten spelen een cruciale rol in het waarborgen van kinderrechten. Zowel de publicatie als het evenement werden uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Asielkinderen en noodopvang

Met de lancering van ‘Kinderrechten in Beweging’ startten we ons lobbyjaar rond asiel en migratie. Samen met de Werkgroep Kind in azc, het Kinderrechtencollectief en UNICEF vroegen we in brieven en gesprekken met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Tweede Kamer om dringende verbeteringen in de opvang van asielkinderen, in lijn met de aanbevelingen van het Comité voor de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties. Deze oproep leidde tot brede media-aandacht, van De Volkskrant tot Radio 1. We pleitten daarbij voor structurele veranderingen in het asielbeleid.

Europese verkiezingen

Op 29 mei organiseerden we met het Kinderrechtencollectief in De Balie een verkiezingsdebat in het kader van de campagne ‘#VoteForChildren’. Zes kandidaat-Europarlementariërs gingen met elkaar in debat over armoede, online veiligheid en migratie. Jongeren deelden hun ervaringen via videoboodschappen en gaven direct feedback aan de politici. Het debat, dat live werd uitgezonden en 177 keer werd teruggekeken, eindigde met een oproep om het ‘Child Rights Manifesto’ te ondertekenen.

Brand Foundation

In mei 2024 is een nieuwe Brand Foundation opgeleverd, die de basis vormt voor alle communicatieve en fondsenwervende uitingen. Voor de implementatie hiervan zijn ondersteunende ‘communication tools’ ontwikkeld, die hebben geleid tot een vernieuwde huisstijl.

New Ambition

Voor het verwezenlijken van onze missie is het essentieel om medestanders te bereiken en hen te betrekken bij onze inzet voor kinderrechten. Dat vraagt om een organisatie die haar verhaal krachtig en consistent vertelt. Op basis van advies over de Great Fundraising-methodiek is een ambitie vastgesteld (New Ambition), gericht op het versterken van onze cultuur, infrastructuur en positionering. Tijdens een driedaagse training leerden medewerkers hoe zij via storytelling kunnen bijdragen aan het uitdragen van onze missie en het versterken van de particuliere steun.

Blik op de toekomst

In 2025 blijven wij ons inzetten om onrecht tegen kinderen te bestrijden en hun rechten daadwerkelijk te realiseren. We zetten onze juridische, beleidsmatige en maatschappelijke inzet krachtig voort, met bijzondere aandacht voor kinderen die extra kwetsbaar zijn: kinderen in jeugdzorg, kinderen op de vlucht en kinderen die risico lopen op seksuele uitbuiting. Om dit werk effectief en duurzaam te kunnen doen, bouwen we verder aan een toekomstbestendige organisatie. Dat vraagt om een duidelijke koers, versterking van onze organisatie en het vergroten van zichtbaarheid en maatschappelijk draagvlak. Zo kunnen we onze impact vergroten en blijven opkomen voor kinderen in Nederland en daarbuiten.

Onrecht voor kinderen in Nederland

Kinderen lijden onder onrecht in Nederland doordat ondersteunende diensten, instellingen, procedures en wetgeving vaak tekortschieten. Ze zijn onrechtvaardig, verouderd of nog niet in lijn met het VN-Kinderrechtenverdrag.

Dit onrecht hangt ook samen met de postcode van een kind. Steeds meer taken van het Rijk zijn overgedragen aan gemeenten, vaak met te weinig middelen en onvoldoende duidelijkheid over de bijbehorende verantwoordelijkheden. Of kinderen hulp krijgen, in welke vorm en hoe lang ze moeten wachten, hangt af van de gemeente waar zij wonen.

Kinderen die lijden onder onrecht hebben vaak niemand die naar hen omkijkt. Te veel kinderen beginnen hun leven met een onrechtvaardige start en blijven daar hun hele verdere leven last van houden. Nederland verwaarloost kinderen omdat er onvoldoende aandacht is voor hun rechten.

Digitale wereld – kansen en risico’s voor kinderrechten

De digitale wereld biedt kinderen kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee. Kinderen krijgen te maken met online seksuele uitbuiting, privacyproblemen en andere negatieve effecten van technologie.

Toenemende druk op maatschappelijk middenveld

Verder zien we dat polarisatie en populisme toenemen. Dit zet de rechten van diverse groepen, waaronder kinderen, onder druk. Het maatschappelijk middenveld moet steeds vaker opkomen voor zijn legitimiteit en steun. Wereldwijd groeit het autocratisch bestuur en waait er een conservatieve wind. Deze ontwikkelingen beïnvloeden hoe er naar kinder- en mensenrechten wordt gekeken. Dit vraagt om een proactieve, gecoördineerde aanpak op nationaal en internationaal niveau. Tegelijkertijd neemt de onderlinge solidariteit af en nemen geopolitieke spanningen toe.

Strategie van Defence for Children Nederland

Wij werken in een uitdagende omgeving waarin maatschappelijke, politieke en economische factoren grote invloed hebben. We volgen ontwikkelingen in wet- en regelgeving in Nederland en op Europees niveau op de voet, zoals de richtlijnen tegen online seksuele uitbuiting en het EU-Migratiepact. We nemen actief deel aan consultaties om kinderrechten onder de aandacht te brengen en te versterken.

Plannen voor 2025

In 2025 spelen we zo goed mogelijk in op de maatschappelijke ontwikkelingen en benutten we alle kansen om kinderrechten steviger te verankeren. We vergroten de samenwerking met gemeenten, bedrijven en (inter)nationale partners. De veranderende context vraagt om strategische keuzes en een sterke focus op zichtbaarheid en fondsenwerving om impact te blijven maken. We blijven financieel kwetsbaar, en dat vraagt om extra inzet.

Groei en fondsenwerving

Tussen 2025 en 2027 willen we als organisatie verder groeien en ons verder versterken, zodat we zelfstandig, flexibel en solide kunnen opereren. Dit streven kunnen we realiseren door een breder netwerk van supporters aan ons te binden. 

In 2025 leggen we een sterke focus op onze particuliere fondsenwervingsinspanningen. We betrekken donateurs actief bij ons werk. Dit doen we vanuit de overtuiging dat we samen, met onze achterban en partners, de rechten van kinderen beter kunnen beschermen en versterken. Onze focus ligt op het opbouwen van duurzame relaties, gebaseerd op vertrouwen en het gezamenlijk realiseren van de missie om kinderrechten wereldwijd te bevorderen.

Zichtbaarheid en politieke invloed

Tegelijkertijd werken we aan onze zichtbaarheid en de problematiek rondom kinderrechten. We richten ons op (potentiële) donateurs om maatschappelijke steun te vergroten. Ook benaderen we de politiek om de implementatie van kinderrechten te bevorderen. We versterken onze banden met Tweede Kamerleden van alle politieke partijen en investeren in stevige werkrelaties.

We zetten ons in om deze doelen te bereiken door:

• Via de Kinderrechtenhelpdesk zo’n 400 keer per jaar juridisch advies te geven over jeugdrecht, familierecht, jeugdhulp en onderwijs;
• De signalen die we via de helpdesk en ons netwerk ontvangen te bespreken, analyseren en gebruiken om onze andere activiteiten te versterken;
• De implementatie van de Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp te volgen en met stakeholders in gesprek te gaan. We volgen nauwlettend of de wetswijziging over het samenplaatsen van broertjes en zusjes bij uithuisplaatsing wordt aangenomen; een voorstel waar we met succes voor hebben gepleit;
• De jaarlijkse Mulock Houwer-lezing te organiseren, waarmee we vernieuwers, denkers en doeners in de jeugdzorg in de schijnwerpers zetten;
• Het Rijk te adviseren over hoe kinderrechten leidend kunnen zijn in de uitvoering van jeugdbeleid en hervormingen;
• Gemeenten en het Rijk te adviseren over jeugdhulp, kinderrechten en het voorkomen van dakloosheid onder gezinnen met kinderen, met speciale aandacht voor de verkiezingsperiode van gemeentebesturen;
• Als kernlid van het Kinderrechtencollectief bij te dragen aan voorlichting en monitoring van kinderrechten in Nederland;
• Als coördinator van het Better Care Network Netherlands te pleiten voor het stoppen van het starten van weeshuizen en weeshuistoerisme vanuit Nederland.

Om dit te realiseren:

• Schrijven we jaarlijks minstens 25 kinderrechtenrapportages of toelichtingen;
• Verstrekken we juridisch advies in minstens 400 migratiezaken per jaar;
• Gebruiken we signalen van de Kinderrechtenhelpdesk om onze acties aan te scherpen;
• Werken we samen met de Rijksuniversiteit Groningen voor het inzetten van kinderrechtenrapportages en BIC-assessments (best interests of the child) in juridische procedures;
• Brengen we samen met Jongerenambassadeurs in kaart welke knelpunten langdurig verblijvende kinderen ervaren, en hoe we deze zichtbaar kunnen maken;
• Pleiten we met onder andere de Werkgroep Kind in AZC voor kleinschalige, stabiele opvanglocaties met goede toegang tot onderwijs en zorg, en zo min mogelijk verhuizingen;
• Bieden we juridische ondersteuning aan gezinnen in gezinsherenigingsprocedures;
• Denken we mee in strategische procedures vanuit onze expertise, om bij te dragen aan de ontwikkeling van kinderrechtenjurisprudentie in Europa;
• Monitoren en analyseren we de uitvoering van nieuwe wet- en regelgeving zoals de Spreidingswet, het Tweestatusstelsel en het EU-Migratiepact, en reageren daarop gericht.

We werken aan deze doelen door:

• Via de actielijn ‘Samen tegen Mensenhandel’ (Ministerie van Justitie en Veiligheid) te toetsen of het huidige hulpaanbod aansluit op wat kinderen werkelijk nodig hebben;
• Signalen uit ons netwerk te bespreken, analyseren en gebruiken om onze interventies te verbeteren;
• Ons te richten op het verbeteren van de aansprakelijkheid van technologiebedrijven, het versterken van wetgeving, het bieden van juridische ondersteuning en het vergroten van bewustwording over online seksueel misbruik;
• Te pleiten voor een landelijk dekkende kindervriendelijke, multidisciplinaire aanpak van geweld en misbruik van kinderen;
• Een centrale rol te spelen in de campagne ‘Don’t Look Away’, die zich richt op het melden van seksuele uitbuiting van kinderen in het toerisme. Via het meldpunt dontlookaway.nl komen jaarlijks 55–65 meldingen binnen. Tijdens de zomervakantie voeren we extra campagne om reizigers alert te maken.

De internationale samenwerking is gericht op de brede kinderrechtenagenda (met als doel: de internationale ontwikkeling van kinderrechten) en om nationale implementatie van kinderrechten te bevorderen. In 2025 zetten we de samenwerking voort in onze meerjarenprojecten in consortiumverband ‘She Leads’ en ‘Down to Zero’.

She Leads

In She Leads ondersteunen en werken we samen met partnerorganisaties die lid zijn van de netwerken Defence for Children International en ECPAT. We doen dit in zes landen in Afrika en het Midden-Oosten om meisjes en jonge vrouwen meer inspraak te geven in de besluitvorming op alle niveaus.

Down to Zero

In Down to Zero ondersteunen en werken we samen met ECPAT-leden in zeven landen in Azië en Latijns-Amerika in hun aanpak om kinderen te beschermen tegen seksuele uitbuiting. Ook voeren we met ECPAT International lobby op regionaal en internationaal niveau.

Verantwoordingsverklaring

Als uitgangspunt voor deugdelijk bestuur onderschrijven wij de drie principes van het CBF. Volgens deze principes moet er een scheiding bestaan tussen toezicht houden, besturen en uitvoeren.

Toezicht houden

De Raad van Toezicht heeft toezichthoudende taak. De RVT benoemt en ontslaat de directeur-bestuurder, monitort haar functioneren en beoordeelt dit jaarlijks. Ook stelt de RVT de accountant aan, stelt de auditcommissie in, beslist over statutenwijzigingen, strategisch beleid, jaarplan en begroting, het eigen reglement en het bestuursreglement.

Daarnaast houdt de RVT toezicht op een zorgvuldige omgang met belanghebbenden en beschikt zij over noodzakelijke middelen om haar taken goed uit te voeren. Tot slot beoordeelt de RVT of het bestuur voldoende beheersingsmaatregelen treft om de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving te waarborgen.

Besturen

De dagelijkse leiding en het bestuur van de organisatie liggen bij de statutaire directeur-bestuurder. De directeur-bestuurder functioneert binnen de kaders van de statuten en het bestuursreglement. Zij rapporteert aan de Raad van Toezicht over de voortgang van de organisatie en legt verantwoording af over de effectiviteit en efficiëntie van bestedingen en de omgang met belanghebbenden.

Het bestuur is primair verantwoordelijk voor het voorkomen van fraude, de naleving van wet- en regelgeving en het bevorderen van een cultuur van integriteit. Daarom dient het bestuur zowel preventieve als repressieve beheersingsmaatregelen te nemen om de kans op fraude en overtreding van wet- en regelgeving zoveel mogelijk te beperken.

Uitvoeren

Het managementteam bestaat in 2024 uit drie personen: de directeur-bestuurder, de manager programma’s en de manager communicatie, public affairs & kinderrechtenhelpdesk. Het managementteam formuleert het beleid en leidt de uitvoering daarvan binnen de werkorganisatie. De directeur-bestuurder zit het managementteam voor.

Financieel beleid

Ons financieel beleid richt zich op een transparante en controleerbare financiële bedrijfsvoering. Dit draagt bij aan algehele transparantie, efficiëntie, kwaliteit en continuïteit. Het beleid voldoet aan de toetsingsnormen voor categorie D van het CBF. Een onafhankelijke accountant voert jaarlijks de controle uit. Over deze verslagperiode voerde Van Ree Accountants de controle uit. Wij hebben een CBF-erkenning en wordt periodiek gecontroleerd en beoordeeld door het CBF.

Analyse van de staat van baten en lasten 2024

In 2024 kwam de organisatie uit op een positief saldo van baten en lasten van €271.349. Dit bedrag is toegevoegd aan de continuïteitsreserve.

De baten uit particuliere donaties en bedrijven zijn hoger dan begroot en de baten van organisaties zonder winststreven zijn iets lager begroot.

Planning en Control

Een sterke planning- en controlcyclus geeft ons grip en beheersing op de beleids- en bedrijfsvoering. Zo krijgen we inzicht in de mate waarin we onze doelstellingen realiseren en welke financiële middelen daarbij nodig zijn.

• Jaarlijks wordt de begroting opgesteld en goedgekeurd door de Raad van Toezicht.
• We rapporteren per maand aan de auditcommissie en per kwartaal aan de Raad van Toezicht. Hierbij bespreken we de financiële status, de stand van zaken en een jaareindeprognose. We stellen eens per drie jaar de meerjarenbegroting op in lijn met het meerjarenbeleidsplan.
• Maandelijks voert het managementteam een financiële analyse uit op basis van rapportages. Aan de hand van deze managementrapportages worden de financiële positie, de projectvoortgang, de liquiditeitssituatie, de risico’s en de financieringsbehoeften besproken. Indien nodig worden er sturingsmaatregelen genomen.
• Daarnaast analyseren we of de rapportages aansluiten op de informatiebehoefte en passen we daar waar nodig de rapportages aan.
• Voor de komende jaren ontwikkelden we verschillende scenario’s waarbij we rekening houden met minder overheidsfinanciering en inzetten op meer inkomsten vanuit de particuliere fondsenwerving.

Wij werken continu aan verbetering van de managementrapportage.

Interne Monitoring

Wij hanteren een projectenadministratie en een gesloten urenregistratiesysteem. Daarin houden we per project de inkomsten, uitgaven en urenregistratie bij. De projectleiders monitoren de projectinkomsten en -uitgaven en bespreken de resultaten met de managers en in het managementteam.

Vermogensbeleid

We nemen geen onverantwoorde risico’s in ons vermogensbeleid. Dit vinden wij belangrijk voor onze doelstellingen en belanghebbenden. Alle ontvangen gelden besteden we aan projecten en programma’s die bijdragen aan onze doelstellingen. Daarnaast besteden wij onze gelden aan het voorbereiden van nieuwe projecten, fondsenwerving en overige beheer- en administratieve taken.

Gelden die we niet direct besteden aan de uitvoering van ons werk zetten we op een spaarrekening bij een duurzame bank. Het vormen van vermogen is geen op zichzelf staand doel, maar is gericht op continuïteit zodat we ons werk kunnen blijven uitvoeren. Voor de komende jaren is het doel de continuïteitsreserve de gewenste omvang te laten bereiken van de helft van de jaarlijkse kosten van de werkorganisatie, wat uitkomt op circa € 1.300.000. Het werkkapitaal omvat alle kosten die doorlopen op het moment dat er geen projecten zijn.

Risicomanagement

Om onze organisatiedoelen te bereiken, is het belangrijk om ons bewust te zijn van de risico’s die het behalen van deze doelen kunnen belemmeren. Daarom richtten we een risicomanagementsysteem in. We onderscheiden hierin strategische, operationele en financiële risico’s. Elk jaar beoordelen we of de bijbehorende beheersmaatregelen nog volstaan.

Aangezien we werken met een grote en diverse groep stakeholders, zowel in Nederland als wereldwijd, is de betrouwbaarheid van onze organisatie en alle mensen en partijen die voor ons actief zijn van groot belang. Het risicomanagementsysteem helpt ons om de risico’s die er zijn te herkennen en te beheersen. De risico’s die invloed hebben op de uitvoering van ons werk hebben betrekking op fraude, veiligheid, kwaliteit, reputatie en onzorgvuldige besteding van geld.

Met ons integriteitssysteem – waaronder een kinderbeschermingsbeleid, anti-fraudebeleid, partnerbeleid, reisveiligheidsbeleid, communicatiestrategie, gedragscode en aandacht voor een veilige werkcultuur – zetten we actief in op het voorkomen van risico’s. In het geval van incidenten of calamiteiten beschikken we over handelingsprotocollen om adequaat te kunnen reageren en de impact van het risico te beperken.

Toezicht en betrokkenheid in 2024

Vergaderingen en betrokkenheid

De Raad van Toezicht hield in 2024 vier reguliere vergaderingen en twee buitengewone vergaderingen in verband met de in 2023 ingezette reorganisatie van Defence for Children Nederland en het begin 2025 aangekondigde opvolgingsproces van de directeur-bestuurder Mirjam Blaak. De reguliere vergaderingen vonden plaats op het kantoor van de organisatie. De buitengewone vergaderingen vonden digitaal plaats.

De voorzitter onderhield gedurende het jaar regelmatige contacten met de directeur-bestuurder over de voortgang van de organisatie op inhoudelijk, organisatorisch en financieel gebied. Ook de andere leden van de Raad van Toezicht spraken op individuele basis met de directeur-bestuurder en medewerkers. Tijdens genoemde besprekingen was er, op basis van hun specifieke inhoudelijke, financiële en organisatorische deskundigheden, aandacht voor uitwisseling van informatie en advies over relevante thema’s voor de organisatie. Op deze manier bleef de hele Raad van Toezicht gedurende 2024 actief betrokken bij de voortgang van de organisatie.

Reorganisatie en lange termijn

Vanwege aanhoudende financiële krapte heeft de bestuurder in 2023 een plan van aanpak moeten maken om de langetermijnhoudbaarheid van de organisatie veilig te kunnen blijven stellen. Dit leidde in 2023 en 2024 tot een reorganisatie van Defence for Children Nederland. De Raad van Toezicht ziet dat de organisatie flexibel en veerkrachtig met de reorganisatie is omgegaan en het langetermijnbelang van deze verandering heeft kunnen onderkennen.

Strategische thema’s en jaarplan 2025

De Raad van Toezicht besteedde gedurende het jaar opnieuw aandacht aan het versterken van de niet-geoormerkte fondsenwerving en de communicatie- en merkstrategie. De Raad van Toezicht zag dat Defence for Children Nederland erin is geslaagd voortgang te maken ten aanzien van deze onderwerpen, die tevens tot uitdrukking komen in heldere keuzes en een grotere resultaatoriëntatie van het voor 2025 goedgekeurde jaarplan.

Organisatieontwikkeling en personele aandachtspunten

De beleidsontwikkeling en de actuele ontwikkelingen, door de directeur-bestuurder ter voorbereiding ondersteund met voortgangsrapportages, stonden centraal in de discussies met de Raad van Toezicht. De financiële ontwikkeling en de continuïteit van de organisatie kwamen, net als in 2023, regelmatig aan de orde. Het verloop van medewerkers was, de reorganisatie in achtnemende, niet buiten verwachting. Het ziekteverzuim werd in 2024 verder gemonitord en behield een redelijk niveau. Voor komend jaar zal de Raad van Toezicht deze belangrijke indicatoren blijven volgen.

Verdere agendapunten en financiële situatie

Andere onderwerpen die dit jaar op de agenda stonden, waren onder meer inhoudelijke discussies over werkterreinen van de organisatie, de werkdruk in de organisatie, fondsenwerving (in het bijzonder particuliere fondsenwerving), de governance en de samenstelling en taakverdeling van de Raad van Toezicht, het meerjarenbeleidsplan en een nieuw Procedurehandboek Administratieve Organisatie en Interne Beheersing.

De organisatie is er in 2024 in geslaagd belangrijke financieringen veilig te stellen. Zoals dit in het verleden ook het geval was, blijft op dit vlak een grote uitdaging liggen. Naast de financiering van projecten en activiteiten zal de organisatie de ongeoormerkte fondsenwerving moeten versterken. Dit is noodzakelijk ter aanvulling van budgetten en voor niet door projecten gedekte kosten van de organisatie. Het jaar is positief afgesloten. Het positieve resultaat komt ten bate van de continuïteitsreserve. Dat stelt voor het komende jaar de uitdaging wederom een batig saldo te realiseren om de continuïteitsreserve op het gewenste peil te krijgen. De huidige ramingen geven daarbij voor 2025 een voorzichtig positief beeld.

Verslag Audit Commissie

De auditcommissie kwam in 2024 vier keer bijeen. Belangrijkste onderwerp gedurende het verslagjaar 2024 was wederom de financiële situatie van Defence for Children Nederland en de noodzakelijke maatregelen om tot een duurzaam stabiele exploitatie te komen. Daarbij lagen de uitdagingen zowel op het gebied van fondsenwerving als op het gebied van interne sturing en (kosten)beheersing. In 2024 zijn belangrijke stappen gezet door de organisatie, zoals de actualisatie van het handboek AO/IB en het verder professionaliseren van het projectmanagement. Ook is er ter voorbereiding op de risicobeheersing in 2025, een veiligheidsplan opgesteld omtrent de fondsenwerving.

Verslag Remuneratie Commissie

In de continue dialoog van de remuneratiecommissie met de Personeelsvertegenwoordiging (PVT) en de directeur-bestuurder stond in 2024 wederom de financiële situatie en de daarmee samenhangende reorganisatie centraal. Over en weer is goed contact gehouden over de ontwikkelingen na de reorganisatie en wat deze voor de medewerkers betekenen. De remuneratiecommissie had een aparte bijeenkomst met de PVT om input op te halen, die zij mee kon nemen in het functionerings- en beoordelingsgesprek met de bestuurder. Daarvoor leverden ook de overige leden van de Raad van Toezicht input. Alles wegende was het resultaat een positieve beoordeling met ontwikkelpunten. Op basis van de beoordeling en de geldende regelgeving adviseerde de remuneratiecommissie de Raad van Toezicht over de honorering van de directeur-bestuurder.

Terugblik van de Raad van Toezicht op het verslagjaar

De Raad van Toezicht constateert dat Defence for Children Nederland ondanks de reorganisatie belangrijke inhoudelijke resultaten heeft weten te behalen, waarover in dit jaarverslag wordt gerapporteerd. Dat is een zeer knap resultaat. Daarmee geeft de organisatie op een constructieve en doelgerichte wijze invulling aan haar missie. In 2024 wist de organisatie de financiële situatie positief te wenden en enige groei te realiseren van de belangrijkste reserve.

Ook voor de komende jaren zal groei onder meer nodig zijn om de stijgende kosten het hoofd te kunnen blijven bieden. De samenwerking tussen Raad van Toezicht, de personeelsvertegenwoordiging, de directeur-bestuurder en met de rest van de organisatie was ook dit verslagjaar positief kritisch.

Er is in het verslagjaar weer veel en goed werk verricht. De Raad van Toezicht kijkt met tevredenheid terug op de prestaties die de organisatie en de directeur-bestuurder in 2024 hebben neergezet en dankt allen in en buiten de organisatie die aan dit belangrijke werk hebben bijgedragen.

Balans

Baten en lasten

Kasstroomoverzicht

Algemene toelichting

Deze jaarrekening is van de Stichting Defence for Children International Nederland – ECPAT Nederland, hierna te noemen Defence for Children Nederland of Stichting.

Statutaire naam en vestigingsplaats

Defence for Children Nederland is sinds begin 2010 gevestigd in het Kinderrechtenhuis aan de Hooglandse Kerkgracht 17G in Leiden. De Stichting is opgericht op 30 augustus 1989 en staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel in Amsterdam onder dossiernummer: 41208813.

De Stichting heeft conform de statuten als doel:

• Het signaleren, stimuleren en waar mogelijk coördineren van lokale, nationale en internationale initiatieven gericht op het bevorderen en beschermen van de rechten van het kind, zoals omschreven in het VN-Kinderrechtenverdrag of op andere wijze erkend;
• Het geven van bekendheid aan deze materie;
• Het verstrekken van juridische en andere adviezen aan kinderen die het slachtoffer zijn of dreigen te worden van schendingen van bovenbedoelde rechten, of aan hun belangenbehartigers;
• Het verrichten van enigerlei werkzaamheden die met het vorenstaande in de meest uitgebreide zin van het woord verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.

Het vermogen van de Stichting wordt gevormd door:

• Schenkingen, erfstellingen en legaten;
• Rente;
• Bijdragen van derden;
• Andere inkomsten.

Verslaggevingsperiode

Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2024, dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2024.

Toegepaste standaarden

De jaarrekening is opgesteld volgens de Richtlijn verslaggeving Fondsenwervende organisaties (RJ 650), onderdeel van de Richtlijn voor de jaarverslaggeving. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het saldo van baten en lasten vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de betreffende post van de balans anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rente-methode. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Resultaten worden slechts opgenomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en verliezen in het verslagjaar worden volledig verwerkt indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Omrekening vreemde valuta

Alle financiële transacties worden in euro’s uitgevoerd. Vorderingen, schulden en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode worden in de jaarrekening omgerekend verwerkt tegen de koers van afwikkeling. De uit de omrekening per balansdatum voortvloeiende koersverschillen worden opgenomen in de staat van baten en lasten.

Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.

Continuïteitsveronderstelling

De jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.

Gebruik van schattingen

De opstelling van de jaarrekening vereist dat de directie oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en passiva, en/of op de vermelding van de niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen op balansdatum, en/of op de baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.

Grondslagen voor de waardering van activa en passiva 

Vaste activa

De immateriële en materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met de lineaire afschrijvingen gedurende de economische levensduur. De volgende percentages worden gehanteerd:

Immateriële vaste activa:

• Website, CRM, Kinderrechtenhelpdesk 20%

Materiële vaste activa:

• Inventaris 20%
• Kantoorapparatuur 20%

Vorderingen en overlopende activa

Vorderingen worden gewaardeerd tegen de reële waarde, onder aftrek van een voorziening voor mogelijke oninbaarheid.

Liquide middelen

Liquide middelen bestaan uit banktegoeden. Deze worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Alle liquide middelen zijn direct opeisbaar.

Projecttoekenningen en vooruit ontvangen/nog te besteden bijdragen

Alle toekenningen zijn volledig opgenomen onder de vlottende activa, onder aftrek van de middelen reeds ter beschikking gesteld aan Defence for Children Nederland. Het deel van de projecttoekenning dat nog niet is verantwoord, staat onder de kortlopende schulden.

Saldering Nog te ontvangen en nog te besteden subsidies en bijdragen

Alle nog te ontvangen subsidies en bijdragen en nog te besteden subsidies en bijdragen zijn per financier op projectniveau gesaldeerd.

Continuïteitsreserve

De continuïteitsreserve is gevormd om op korte termijn risico’s te dekken en om zeker te stellen dat Defence for Children Nederland ook in de toekomst aan haar verplichtingen kan voldoen. Gezien de huidige omvang wordt een continuïteitsreserve van de helft van de jaarlijkse kosten van de werkorganisatie nagestreefd.

Overige financiële verplichtingen

Kortlopende schulden betreffen schulden die binnen 12 maanden na balansdatum kunnen worden opgeëist en worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Kortlopende schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs die gelijk is aan de nominale waarde.

Grondslagen voor de bepaling van het saldo van baten en lasten 

Geoormerkte en niet-geoormerkte giften

In de verslaglegging maken we onderscheid tussen giften, inclusief periodieke donaties en ontvangsten van derden uit andere hoofde, waaraan door de gever expliciet een specifieke bestemming is gegeven (‘geoormerkte giften’) en giften waarvoor de uiteindelijke bestemming door de gever aan Defence for Children Nederland wordt overgelaten (‘niet-geoormerkte giften’). Alle ontvangen giften worden aangewend voor bestedingen die worden gedaan binnen de doelstellingen.

Baten

Baten van particulieren en baten van bedrijven worden verantwoord in het jaar van ontvangst. Baten van loterijorganisaties worden verantwoord in het jaar waarin deze zijn toegezegd, tenzij er sprake is van baten die beschikbaar zijn gesteld voor specifieke projecten. In dat laatste geval worden de baten ingeboekt als de uitgaven zijn gerealiseerd. Baten van subsidies van overheden komen ten gunste van de staat van baten en lasten waarin de gesubsidieerde bestedingen worden verantwoord. Baten van organisaties zonder winststreven worden verantwoord op basis van toegekende bestedingen.

Bestedingen

Bestedingen van langlopende projecten worden verantwoord conform de gerealiseerde projectbestedingen in het financieel boekjaar. Op het moment dat Defence for Children Nederland met een projectpartner een subsidieverplichting aangaat, wordt deze als schuld in de balans en als last in de staat van baten en lasten verantwoord, ook als de verplichting voor meer dan één jaar is aangegaan of over het boekjaar heengaat. Indien de subsidieverplichting vervalt, wordt deze in het boekjaar waarin zij is vervallen in de staat van baten en lasten in mindering gebracht op de verstrekte subsidies.

Beheer- en administratiekosten

Kosten van beheer en administratie zijn die kosten, die Defence for Children Nederland maakt in het kader van de (interne) beheersing en administratievoering en die niet worden toegerekend aan de doelstelling of werving van baten.

Pensioenen

Defence for Children Nederland heeft een pensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfonds PFZW. De hoogte van het pensioen van de werknemers is afhankelijk van leeftijd, salaris en dienstjaren. Bijdragen aan de pensioenregeling worden als last in de staat van baten en lasten opgenomen in de periode waarover de bijdragen zijn verschuldigd.

Toelichting op de staat van baten en lasten

Toelichting lastenverdeling

Toelichting

De kosten van de werkorganisatie worden grotendeels doorbelast op basis van het aantal gewerkte uren per programma.

De kosten van de werkorganisatie worden verdeeld over de volgende categorieën:

1. Doelstelling 1 t/m 3: het bevorderen van kinderrechten in Nederland en daarbuiten op basis van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de aan derden verstrekte subsidies en de kosten van de eigen activiteiten, programmabestedingen genaamd, in het kader van de doelstelling.
2. Kosten voor de fondsenwerving hebben ten doel mensen en instellingen te bewegen geld te geven voor een of meer van de doelstellingen. Middels het schrijven van uren wordt bijgehouden hoeveel tijd er wordt besteed aan deze werksoort. In 2024 waren de wervingskosten 4,23% van de baten. De kosten voor fondsenwerving zijn in 2024 ten opzichte van 2023 licht gestegen.
3. Kosten voor beheer en administratiekosten zijn de kosten die de organisatie maakt in het kader van de (interne) beheersing en administratievoering en die niet kunnen worden toegerekend aan de doelstelling of de werving van baten.